Verslag #7: van Saaremaa tot Tallinn (29-5-02 t/m 13-6-02)
Orissaare – Orjaku (18 mijl, 4 uur)

woensdag 29 en donderdag 30 mei
Na een lekkere douche en een vriendelijk afscheid van de havenmeesteres van Orissaare vertrekken we richting Hiiumaa, het andere grote eiland aan de westkust van Estland. De beschrijving zegt meer natuur en extra frisse lucht; we kiezen hier als aanlegplaats op de kaart en op de omschrijving uit de pilot voor Orjaku, het zuiden van Hiiumaa, en een natuurgebied. Het waait zo waar een beetje, en met halve wind kunnen we zelfs even lekker zeilen! Orjaku blijkt een goede keus, of gok beter gezegd. Als we aankomen leggen we aan de kade aan; een vriendelijke havenmeester zegt dat het goed is (denken we), komt even later met een mooie folder over het eiland aanzetten, en verdwijnt weer. De kade ligt helemaal vol met oud roest, en er zijn openstaande luiken waar je akelig in kan verdwijnen. Maar de zon schijnt, het is er heel stil en de baai is heel mooi.

Orjaku


We pakken de fietsjes uit het achteronder en vertrekken voor een rondje om een vogelmeer. Het eilandje Kassari, met dammen vast aan Hiiuma, is inderdaad prachtig. Overal bloeien bloemen, staan prachtige houten huisjes, zingen de vogels. Het totaal, de sfeer, het is helaas niet te fotograferen dus dat houden we voor ons zelf. Er is ook een dorpje Kassari, met een pood (=winkel), en een mooi kerkje dat we niet kunnen vinden. Van het eiland Kassari af, op het hoofdeiland Hiiumaa, is het gelijk een beetje grootschaliger, dus we doen daar boodschappen in een wat grotere pood en gaan snel terug naar ons paradijsje. Daar blijkt de kade inmiddels ontdaan van al het oud roest en aangeveegd, maar de luiken zijn er nog. Op het bootje aan de andere kant van de steiger broedt een meeuw op de voorplecht van een vissersbootje. De zon gaat met alle tinten rood, geel en blauw die te verzinnen zijn om 10 uur 's avonds onder, en doet daar, zoals het hoort in het noorden, heel lang over. Hier blijven we nog een dagje!

Orjaku

Donderdag is het weer zo mogelijk nog stralender dan de voorgaande dagen. Het programma is beperkt: de nature trail (een wandeling van 3 kilometer) en een fietstocht naar de Sääre Tirp: een puntje aan Kassari vast. Na ontbijt, lezen en lunch starten we met wandelen, maar besluiten na 300 meter dat het daar veel te warm voor is, en dat we eerst gaan fietsen. Sääre Tirp is een vreemd ijstijd-verschijnsel: een hele lange smalle landtong in zee, zonder directe aanleiding zo te zien. Volgens de legende is het echter aangelegd door de plaatselijke oude held Leiger om zijn vriendje op Saaremaa makkelijker te kunnen bereiken en dan vervolgens getweëen leuke avonturen te beleven. Het onverharde pad is goed te fietsen, en we komen opnieuw op een prachtige eilandpunt, in de stralende zon. Zo langzamerhand is het toch echt onvoorstelbaar hoe mooi weer we hebben!

Hiiumaa, Sääre Tirp

Op de terugweg zwemmen we een beetje in de baai (de zee is hier vrijwel zoet) en fietsen terug naar de boot. Na verder luilakken en diner doen we nog het naturetrail, langs het vogelmeer, met vooral veel zwanen en kraanvogels?? nee reigers en meeuwen. Een lekkere wandeling, en een nieuwe prachtige zonsondergang sluit het mooiste plekje van Hiiuma af. Overleg met de havenmeester wijst uit dat we hier gratis liggen; er zijn immers geen voorzieningen. Ook enig aandringen van onze kant om toch iets te betalen helpt niet. Wat een oord.

De gevaren route


Orjaku – Haapsalu (40 mijl, 6,5 uur)

vrijdag 31 mei tot en met zondag 2 juni
Terug naar het vasteland, en langzaam aan de steven richting Tallinn en in de verre verte Sint Petersburg. Maar we hebben nog veel tijd; alle verwaaidagen die we hadden ingepland en die we door het mooie weer niet nodig hadden, kunnen we nu zo'n beetje gaan vermorsen. Haapsalu is in ieder geval een logische bestemming; we kunnen weer wat voorraden aanvullen, internet gebruiken voor e-mails en verslag 6 wegwerken, en mischien wel weer eens wassen, want de mand begint weer over te lopen. De wind zou zuidwest zijn, is inderdaad ook uit het westen, maar veel te weinig om voor de wind iets te doen. Maar we maken alles klaar voor het volgende rak, dat noordnoordwest is, en in de loop van de ochtend neemt de wind meestal toe. Het wordt een saai verhaal, maar de wind neemt inderdaad toe, en draait tegelijk naar noordnoordwest. We wisten het eigenlijk wel van te voren. Overigens, verder niks mis met een prachtige tocht tussen de lage eilanden van Estland door, met volop zon, en caraïbische kleuren.

Haapsalu, Kurhaus

We bereiken Haapsalu via een spannend traject, met steeds meer ondieptes en smalle geultjes, en zetten door naar de jachthaven. Daar negeren we opnieuw de hekboeien en leggen langs de steiger aan. Haapsalu is op weg een echte jachthaven te worden, maar nog wel in ontwikkeling. Ze hebben echter al lekkere douches, een splinternieuwe wasmachine, en een bar cum feesttent met weekendprogramma. Het blijkt dat de haven op weg is om overgenomen te worden door een nieuwe eigenaar, en de vriendelijke havenmeester is dan ook vreselijk gestresst. Het is ook een kwestie van overleven; als niemand geïnteresseerd is, gaat de tent gewoon dicht. Het seizoen is ook zo kort, en er komen nog maar zo weinig mensen. Waarschijnlijk door het weekend zijn er enkele (3) finse boten, dus er hangen zo waar twee vlaggen in de haven; het seizoen is begonnen. Voor onze begrippen, waar met hemelvaart het zeilseizoen helemaal is losgebarsten en de waddeneilanden al overstromen, is het hier heerlijk uitgestorven. Maar als je er van moet leven is dat natuurlijk even anders.

Haapsalu, vanaf de slottoren

Haapsalu is volgens de Esten het Venetië van Estland, en het ligt inderdaad geheel omringd door water. Maar het is net als Pärnu een vriendelijk en schilderachtig provinciestadje dat de omgeving verzorgt, waardoor het niveau van voorzieningen en winkels prima is. Het stadje heeft een lange geschiedenis als badplaats en kurort, met modderbaden, en een station waar ooit de tsarenfamilie en Tjaikovski aankwamen voor hun badgenoegens. Verder zijn er veel prachtige oude houten huizen, een sprookjesachtige houten Kursaal, een slot in ruïnestaat, en prettige bierterrassen. We blijven hier lekker twee dagen hangen, tanken weer diesel en het lukt met hulp van de havenmeester om brandstoffilters voor de motor op de kop te tikken; een goed gevoel om nu al reserve aan boord te hebben. Met volle tanks, goed bevoorraad, met goede kaarten van de noordkust van Estland, en met lege wasmand kunnen we aan het volgende traject beginnen.

Haapsalu, oude station

De gevaren route

Haapsalu – Lohusalu (45 mijl, 8,5 uur)

maandag 3 en dinsdag 4 juni
Na nog een douche en een poging tot contact via internet met Vladimir (wat niet lukt omdat het maandag dicht is) vertrekken we uit Haapsalu. De bestemming is in principe Dirhami, een volgens de pilot wat ruwe havenpier, en als we er vlak bij varen lijkt het niks, en lijkt zeilen naar de volgende bestemming mogelijk. We doen een poging, enfin, en motoren vervolgens door naar Lohusalu, een heuse jachthaven, waar we door een allerschattigste jongen ("ik werk hier pas voor de 2e dag") aan een heuse hekboei worden gelegd. We gaan accoord omdat ons dat ook wel eens spannend lijkt, en vooral omdat het helemaal niet waait en er voldoende ruimte is, en dus ook ruimte voor een experiment met een schip van 40 ton.

Lohusalu, aan de hekboei

Lohusalu is wederom een aangename plek om te verblijven. Omdat we zo laat (nou ja, 7 uur) aan zijn gaan we uit eten in het restaurant bij de haven. We krijgen de in het Ests gestelde kaart, en na bestudering daarvan levert overleg met de ober op dat er slechts een gerecht te krijgen is. Dat nemen we dan maar, en we zitten op een geweldige plek een matig diner te verorberen.
Omdat we nog steeds geen enkele haast hebben verlengen we ons verblijf in Lohusalu nog met een dagje. Het is hier wat geaccidenteerder dan de eerdere compleet vlakke kusten, en met de immer schijnende zon en de nog steeds lengende dagen en meer licht, wordt de sfeer steeds subtropischer, met zee in allerlei kleuren, en stenen en rotsen en af en toe een decoratief wrak daarin, en prachtige stranden. De wind blijft noordelijk, en fris, en de zon brandt met volle kracht. Maar we zien af en toe een wolk, en het weer op de tv lijkt iets te veranderen. Tot nu toe hadden we in grote steden (Gdansk, Riga) staads wat minder weer, zou Tallin dit beeld opnieuw geven? We wandelen nu in ieder geval in de volle zon langs het strand, en genieten volop van zon en rust. En zie, op de terugweg vliegen er in formatie 6 grote vogels over, in formatie, met het uiterlijk van reigers met gestrekte nekken. Bestuderen van de Peterson bewijst het: dit waren 6 kraanvogels, onmiskenbaar. Eindelijk, maar het maakte de voorgaande speurtochten zonder resultaat helemaal goed.
Opvallend is het bord aan het hek bij de haven waarop is aangegeven dat je iets niet mag (keelatud = verboden) wat erg op labbekakken lijkt. Zo is het maar net.

Lohusalu

De gevaren route

Lohusalu – Naissaar – Tallinn, Pirita (17 en 10 mijl, 3 en 2 uur)

woensdag 5 en donderdag 6 juni
Door de nieuwe kaarten hebben we meer informatie, en dat levert op dat er een goede haven is op het eiland Naissaar, vlak bij Tallinn. Even een uitstapje estse uitspraak. Die is voor ons nl-ers eenvoudig: enkele klinkers zijn kort, en dubbele klinkers zoals aa is gelijk aan onze lange aa (van aap), en twee klinkers zijn altijd tweeklanken, dus ai is a-i en niet aj. We hebben een engels-ests taalboekje, en die wringen zich in alle bochten om de uitspraak fonetisch weer te geven, maar het is dus erg simpel. Overigens verstaan we er verder geen barst van, maar het klinkt fantastisch! Zoals tere tulemast (hartelijk welkom) en keelatud (verboden) en avatud (open). Als we ergens aankomen roepen we vrolijk tere (hallo) en meestal volgt er dan als antwoord een estse volzin, waarna wij wanhopig kijken en no estonian roepen. Gaat heel goed allemaal. Overigens doet ook hier iedereen zijn best om een beetje engels en/of duits te spreken, en spreekt men natuurlijk wel russisch, maar dat helpt bij ons niet zo erg.

Naissaar, de haven

Terug naar Naissaar. Na een simpele overtocht over een zonnige en kalme zee leggen we aan langs een stevige kade, en staat er gelijk een jongeman aan de kade die liggeld wil hebben, en wel 300 estse kronen (dat is ca. 20 euro). Veel, voor helemaal niks verder, maar Naissaar blijkt een natuurreservaat en het liggeld lijkt bedoeld als ontmoedigingsbedrag. Er komen in de loop van de avond ook motorbootjes overgescheurd uit Tallinn, met feestvieren in het vizier, maar de havenmeester staat onmiddellijk met zijn prijzenbriefje aan de kade en ontmoedigt effectief. Wij laten ons echter niet ontmoedigen, en beginnen vol enthousiasme aan een prachtige wandeltocht over de zuidkant van het eiland, over een met blauwe merktekens en uitleg-bordjes (ook in het engels) uitgezette wandeling van dik 10 kilometer. Naissaar is in de russische tijd geheel afgesloten geweest. De van oorsprong vooral zweedse inwoners zijn in '44 voor de komst van de russen uit allemaal vertrokken; de russen hadden er een geheime en qua omvang beperkte fabriek van mijnen en het eiland is dus tot 1991 nauwelijks bewoond geweest. En als je natuur gedurende 40 jaar gewoon zijn gang laat gaan, ontwikkelt zich een gebied dat wij met onze cultuur-natuur helemaal niet meer kennen. Na het vertrek van de russen zijn ook hun onderkomens allemaal vervallen en overgroeid, en dat gaat hard in dit noordelijke klimaat. We liepen dus door een prachtig natuurgebied met af en toe vervallen dorpen of sporen van oude nederzettingen (waar cultuurplanten in de begroeiing waren opgenomen), eerst langs de kust, daarna door het binnenland van het eiland. Er stonden duidelijke merktekens en interessante uitlegbordjes, en we waren de allerenige, zo te merken. Tot er, op 7/8 van het traject, ineens een jeep van de boswachterij verscheen, en de man ons vertelde dat het eiland gesloten was en dat we er dus helemaal niet mochten zijn, uitsluitend met een gids was wandelen geoorloofd. Mijn reactie was weer typisch hollands en marions: dienstklopper, het staat nergens, waarom staan die bordjes er dan? Bij afronding en terugkomst bij de haven stond echter op het informatiebord luid en duidelijk dat in het broedseizoen het eiland alleen met gidsen toegankelijk is. Met schaamrood op de kaken, maar stiekum ook wel tevreden dat we zo veel hebben gezien barbecuen we aan boord. Mooi eiland, Naissaar.

Naissaar, het kerkje van 1937

Donderdagochtend varen we naar Pirita, de jachthaven van Tallinn. Dat was in 1980 bij de Olympische Spelen in Moskou de plaats waar de zeilwedstrijden werden gehouden. De accomodatie is dus groot en met veel russisch beton, maar inmiddels een luxe jachthaven en alles prima in orde, en 6 kilometer van het oude centrum van Tallinn af; een lekker fietstochtje langs zee. We hebben nog veel tijd stuk te slaan; ons visum voor Sint Petersburg gaat pas 20 juni in. De komende tijd gaan we dus de niet gebruikte vewaaid-lig-dagen opsnoepen.

Pirita, de olympische haven (Tallin)

De gevaren route


Tallinn

vrijdag 7 tot en met donderdag 13 juni
Tijd voor een weekje pauze. Hoewel, we hebben daar wat moeite mee. Want als je zo op reis bent, met elke dag een beetje varen en weer nieuwe plekken bekijken, krijg je daar wel erg de smaak van te pakken. Maar goed, we hebben visum-wachttijd te benutten, en dan is Tallinn een prachtige plek.

Tallin, vanaf de bovenstad

De haven is ruim, goed verzorgd, en met voldoende aanloop om je te amuseren. In het weekend, vanaf vrijdag, loopt het helemaal vol met finnen die inkopen komen doen. Helsinki is maar 45 mijl, en het bier is hier een derde van de prijs in Finland, dus zo'n weekendje heb je er snel uit. We liggen vooraan aan de steiger, en hebben ruim zicht op de continue stroom bier die overal aan boord wordt gedragen. Overigens, de sfeer is gemoedelijk en absoluut niet vervelend of lawaaiig dronken. Maar het is toch even wennen om bij je douche 's ochtends in de sauna wat finnen met hun 9 uur biertje tegen te komen.

Pirita, de olympische haven

Aan de oostkant van de haven is een groot druk strand, en er wordt veel en serieus gezeild met kleine bootjes. Verder zijn de havenmeesters weer reuze aardig en attent; alleen informatie over de approaches van de russische grens kan niemand ons hier geven. Welke gek wil er nu die kant opvaren?

Tallin

Tallinn zelf is een wondermooie hanse-stad met een kaboutersfeertje. Er staat nog heel veel stadsmuur met torens overeind, en er is al heel veel mooi en zorgvuldig opgeknapt. Prachtige straatjes en steegjes en verrassende doorkijkjes, en leuke terrassen en in het algemeen een leuke ontspannen sfeer. Alleen is het wel erg druk en toeristisch, wat nog erger wordt omdat het het weekend is waarin het seizoen wordt geopend, en het Old Town Festival is georganiseerd. Er staan dus podia op het prachtige marktplein, en er is veel gekinderkoor en gevolksdans aan de gang. In de stad lopen drommen mensen, zowel toeristen (veel scandinavisch maar ook duits en hoor ik daar nederlands) als Esten, en we vinden het wel erg druk. Daarnaast is Tallinn belachelijk duur en af en toe moet je opletten niet genept te worden. Maar we kunnen het door de tijd die we hebben doseren en dan blijft het mooi; het fietstochtje van Pirita naar de stad, langs het strand in de stralende zon, is elke keer weer leuk om te doen. We zullen van dit verhaal verder geen toeristische gids maken; die zijn wel in de winkel te koop. In de foto's bij het verslag hebben we wat highlights opgenomen.

Tallin, Old Town Days

In de haven intussen ontmoeten we engelsen die met een prachtige oude boot (iets tussen een smack en een pilotcutter in, zie foto bij bootjes) ook op weg zijn naar Sint Petersburg (jazeker, met Vladimir). Ook zij hebben veel gemotord ondanks dat het echt een goede zeiler is. We vergelijken de tocht en de informatie bij een biertje; hun visum gaat 10 juni in dus vertrekken ze ook die dag. Daarna ligt er een amerikaans jacht achter ons, inclusief grote american met cowboy-achtige hoed, maar ook met hen worden kaarten en routes uitgewisseld. Van een hele aardige fin (een zeeman die een jacht van een rijke en dus te drukke meneer komt terugzeilen als schipper) tenslotte krijgen we allerlei hele nuttige informatie over the places to go tussen Helsinki en Åland.

Tartu, universiteit

Op dinsdag en woensdag maken we uit de drukte van Tallinn met de lijnbus een uitstapje naar Tartu. Dat is een stadje (de 2e stad van Estland) in het zuidoosten en het is de universiteitsstad, in de 18e eeuw gesticht door de verlichte Zweedse koningen, en eind 19e eeuw herstart na de russische overheersing, als onderdeel van het zelfstandig worden van het land. Er is niet echt veel bijzonders te zien, maar het is een prachtige kleine provinciestad, met een mooi centraal plein, en een grote heuvel (vroeger als vesting gebruikt) en het mooiste terras van Eesti. We overnachten in een villa'tje dat als guesthouse dienst doet. Faut le voyage (2 sterren) zou Michelin zeggen.

Tartu, observatorium (net als in Utrecht op de vestingwal)

We gaan ons weer eens langzaam voorbereiden op de reis naar Sint Petersburg. Hoe we daar naar toe gaan weten we nog niet; via Estland of met een kleine detour via Finland. Jullie horen in het volgende verslag.

Er zijn meer foto's bij dit verslag...


Door naar verslag #8 | fotos verslag #7      Terug naar verslag #6 | fotos verslag #6 | startpagina