Verslag #12: Stockholm – Götenborg (5-8-02 t/m 17-8-02)

Stockholm – Skansholm – Nyköping – Söderköping (33, 43 en 43 mijl; 8,5, 7 en 8 uur)

maandag 5 t/m woensdag 7 augustus
Op maandagochtend vertrekken we voor onze tocht door de binnenlanden van Zweden. Maar eerst moeten we de ingang van het Göta Kanaal nog bereiken, en dat is nog wel zo'n drie dagen te gaan. Dat neemt niet weg dat we de tijd nemen om te starten met een rondje door de haven van Stockholm, als afscheid. Let op: de zon schijnt even niet.

Stockholm

Vervolgens leggen we ons voor de sluis naar de Målaren, het merengebied ten westen van Stockholm, omdat we daarmee een behoorlijk stuk kunnen afsnijden. De 2 sluizen en bruggen lopen redelijk voorspoedig, en al na anderhalf uur zetten we de vaart er in op het echte zoete water. Ook onder de brug van 15 meter hoog kunnen we met onze 14,5 meter makkelijk door (altijd weer spannend).
We besluiten deze dagen behoorlijk door te varen en mijlen te maken, om in het kanaal wat meer tijd te hebben. Bij Södertalje gaan we weer via een sluis de Målaren uit, winkelen wat in het weinig interessante dorp, en zetten nog wat mijlen door naar een hele leuke plek, Skansholmen, waar we prachtig liggen, waar het hoogseizoen al weer lijkt afgelopen, en waar we barbecuen op het achterdek. Ook de muggen vinden het een mooi oord, dus onze bezoeksters kunnen gelijk alle anti-mug-smeersels op hun effectiviteit testen. De klamboetjes om de bedden werken toch het beste.

Skansholm

Dinsdag vertrekken we bijtijds voor een volgende etappe. De scheren zijn hier weer anders dan aan de oostkant van Stockholm, en het is in ieder geval veel rustiger maar zeker niet minder mooi. We varen tussen eilanden en over stukken open water naar Nyköping, met een mooie toegang door een riviermonding waar we veel ganzen zien (de canadese, volgens Peterson). Nyköping zelf is een leuk plaatsje, waar alle bezienswaardigheden van bordjes zijn voorzien en we een lekker eind lopen na al die mijlen op de boot rondlummelen. De zon komt weer helemaal terug, de wolk die de hele dag met ons mee is 'gevaren' lost op, en we genieten van een lekkere ligplaats en een lekker wijntje.

Nyköping

Het laatste stuk van de aanloop gaat na de oversteek van het fjord bij Nörköping al snel het volgende fjord in, richting Mem, de oostelijke ingang van het Göta Kanaal. We beginnen erg nieuwsgierig te worden: hoe zal het zijn? Ik heb zelf geen hooggespannen verwachtingen, meer een wat klein uitgevallen en een beetje mooier Kieler Kanaal (en dat vind ik eigenlijk helemaal niks). Het aanvaren van Mem is dan ook spannend: in de kant van het Fjord zien we een kleine sluisdeur en een toegangskanaaltje; daar moeten we dus zijn.

Mem

We leggen als enige aan op een wachtsteiger, en aan land blijkt een kantoortje waar je het sluis-, brug- en liggeld van het totale kanaal mag betalen, en waar ze eindelijk het zweeds-duitse kaartenboek hebben waar we al zo'n tijd naar op zoek zijn. Overal konden we wel losse kaarten krijgen, maar we hadden dit boek bij anderen gezien en tot nu toe was het in alle winkels of onbekend of uitverkocht. Hier hadden ze er dozen vol van, en het is echt het beste wat je kan krijgen op dit gebied.

toch leuk z'n aandenken

Dan beginnen we aan onze eerste sluis, 3 meter omhoog, en om het makkelijk te maken als enige. Stel je voor: we varen in, Kirsten staat op de kant en legt lijnen om ogen heen, de deuren gaan dicht en de sluizen gaan letterlijk open. Met grof geweld stort het water zich in de sluis. Kunst is je lijnen een beetje op spanning te houden zodat je niet gaat ronddrijven. De stroom is eerst van voor en daarna van achter, en als je dat eenmaal weet is het eigenlijk erg eenvoudig. Nou ja, en soms gaat het niet helemaal 100% maar we doen het netjes, vind ik.

Söderköping

Na de eerste 3 sluizen is de kop eraf en leggen we aan in Söderköping waar het warm is, toeristisch en gezellig. Eerst uitrusten, morgen gaan we het stadje wel bekijken.

De gevaren route: Stockholm – Skansholm – Nyköping – Suderköping

Het oostelijke Göta Kanaal: van Söderköping tot Vadstena (20,5 vaaruren, 11,5 motoruren)

donderdag 8 t/m zaterdag 10 augustus
Het Göta Kanaal. Kort samengevat: heel mooi, heel leuk en apart. Einmalig, zegt man auf deutsch, en dat is een mooie uitdrukking er voor. Dus al mijn ideëen over een klein Kieler kanaal, daar klopt niets van. We varen van sluis naar brug naar sluis (in totaal kent het kanaal 49 bruggen en 58 sluizen, over een afstand van ongeveer 105 zeemijl i.e. ca. 186 kilometer) over hele smalle stukjes kanaal en mooie grote meren. De omgeving is zeer afwisselend en vaak idyllisch mooi. En opnieuw zijn de weergoden ons goed gezind, het is stralende zomer en af en toe zelfs iets te warm voor het mooi.
Enige geschiedenis: het kanaal is aangelegd tussen 1810 en 1832. Voor een groot deel is gebruik gemaakt van bestaande meren en rivieren; de verbindingen daartussen zijn door middel van stukken kanaal en sluizen tot stand gebracht. Destijds leek het voor het agrarische Zweden een belangrijke economische ontwikkeling, maar eigenlijk was het snel na oplevering al verouderd. Het kanaal was te klein voor de nieuwe stoomschepen. Nu brengt het zeker geld in het laatje maar dan als toeristische attractie: veel mensen, Zweden en buitenlanders, hebben het gebied als vakantiebestemming gevonden, vaarders, maar ook fietsers (het hele oude jaagpad is fietspad geworden) en allerlei dagjes-toeristen die komen kijken naar het gedoe in de sluizen.

mooi hè

Want ja, die sluizen. In Zweden heet het Göta Kanaal het echtscheidingskanaal: zo veel sluizen kan tot veel gedoe leiden. Opgaand (dat zijn er 38, waarvan een aantal dubbel, en een keer 5 sluizen en een keer 7 sluizen zijn gekoppeld als soort sluistrap) stroomt het water steeds met veel geweld de sluiskom in en is het zaak goed op stroming en lijnen te letten, maar zo moeilijk is het ook weer niet. Het scheelt wel dat we genoeg handjes aan boord hebben om steeds lijnen op de goede plek te leggen en weer los te maken.
Elke sluis (of soms twee) heeft zijn eigen sluiswachter, meestal een in zweeds-geel t-shirt gestoken werkstudent. Bijna altijd zijn die erg enthousiast over hun baantje (en terecht), af en toe tref je er een die het wel gehad heeft. Het seizoen loopt op z'n eind, dus we hebben eigenlijk weinig wachttijd. Ongeduldig als we zijn vinden we dat nog vaak wel genoeg; het lijkt me als het echt druk is een stuk minder leuk en ontspannen.

de sluis bij Motala

Terug naar ons reisschema. We starten donderdagochtend met een stadswandeling door mooi Söderköping en vertrekken na de Diane, een van de rondvaartboten op het kanaal die nog in bedrijf is. Toch lopen we verderop een behoorlijke wachttijd op in de sluis, en eindigen we in Norsholm, waar de spoorbrug wel erg veel herrie maakt. Dus pakken we na ons diner de landvasten weer op en gaan voor anker in de Roxen, slapen verrukkelijk, en gaan lekker allemaal ontbijt-zwemmen (ook mama gaat op haar leeftijd enthousiast te water en zwemt zelfs een rondje om de boot) als ochtend-douche. Daarna varen we over de Roxen naar Berg, waar de 7-trapssluis op ons wacht.

Berg

Deze sluis met 7 opvolgende treden heet de Carl Johan sluis, en is wel het meest beroemde en ook zeker spectaculaire onderdeel van het kanaal. We moeten wel even wachten maar kunnen hem om 11.30 uur geheel alleen nemen. Kirsten loopt aan de kant mee om de lijnen aan te pakken en weer los te maken, wat heel handig is. We laten ons bij elkaar 18,8 meter omhoog tillen. Daarna komen er in Berg nog 2 dubbele sluizen die bij elkaar 10,3 meter optillen. Zo schieten we lekker op, nou ja, wat hoogte betreft dan, want qua afstand schiet het natuurlijk geen barst op.
We maken dus nog maar wat mijltjes door ook de Boren nog over te varen, en we leggen laat aan in Borenshult (voor wie zijn klassiekers kent: hier werd de vrouw in het Göta Kanaal door commissaris Beck (Sjöwall en Wahlöö) gevonden). Er is hier een groot feest aan de gang: alle kinderen zijn bezig rivierkreeftjes te vangen en dat lukt zeer voorspoedig. Het blijkt op meer plekken een geliefd tijdverdrijf te zijn. In hetzelfde wachtrijtje liggen ons al bekende voorgangers, die gezamenlijk een hele sluis vullen. Wij verwachten dus in een tweede lift mee te kunnen in deze 5-traps-sluis.

Terugblik op sluizen Berg

Helaas denken de sluiswachters daar anders over en moeten we de hele ochtend wachten op tegenliggers die eerst naar beneden moeten. Nou ja, we maken ons dus maar nuttig door wat op te ruimen, en Wietze gaat een vat olie scoren zodat onze trouwe heer K. ook weer ververst kan worden. We zijn de dag daarvoor een hoop olie kwijt geraakt in de machinekamer, naar we aannamen doordat de vuldop van de olie open stond.
Eenmaal door de 5-trapper blijkt echter de oliedruk weg te vallen en zit weer de hele machinekamer onder; dit ziet er uit als serieuse motorpech, en het is zaterdag en vakantietijd in Zweden, dus dat wordt vast niks met monteurs. Bij controle blijkt de olie te komen (nou ja, te spuiten) uit het leidinkje naar de oliedrukmeter, dus dat is makkelijk af te koppelen, en later weer te repareren. Enigszins opgelucht leggen we aan in Motala, waar Ma en Kirsten weekendboodschappen gaan doen, Wietze op jacht gaat naar onderdelen en ik in overall de machinekamer ont-olie. We hadden net een vat verse, dus dat kwam goed uit.

Vadstena

Motala was niet erg interessant, dus varen we nog even de Vättern op (een van de twee hele grote meren in het traject) en gaan naar Vadstena, waar we idyllisch liggen onder het slot en tevreden naar elkaar kijken: deel 1 van het kanaal zit erop.

Het westelijk deel van het Göta Kanaal, van Vadstena tot Sjötorp (14,5 uur, 52,3 mijl)

zondag 11 en maandag 12 augustus
Het westelijk deel is anders dan het oostelijk; het is wat minder kanaal en wat meer een aaneenschakeling van meren met stukjes kanaal ertussen. En je begint al vrij snel weer te dalen, en dalen in deze sluizen is veel minder spectaculair dan stijgen, hoewel we ook hier weer een lijntje niet op tijd los hebben en gelukkig een gelaste maar al weer wat geroeste kikker de breuk wil opvangen. Het water loopt echter vrijwel geruisloos weg uit de sluis, dus niks meer spectaculaire bruisende golven. Maar het is ook het traject met het hoogste punt en tegelijkertijd het leukste sluisje: bij Tåtorp zijn we op het hoogste punt van de reis (91,8 meter boven zeeniveau) en dit is een van twee handbediende sluisjes, en van deze is echt iets gemaakt, met bloemen op de sluisdeuren en de liefste sluiswachter van allemaal. De schipper gaat weer zelf meedraaien en het lijkt de 19e eeuw wel!

Tåtorp, handbediening

Wat doen we verder deze twee dagen? We genieten van zon en warmte, Kirsten neemt een dagje de fiets, zorgt voor de aanvoer van vers brood aan boord, en staat steeds bij de volgende sluis klaar om de vaste handelingen te verrichten. De laatste 6 kilometer neemt mama ook de fiets, en we stoppen de laatste dag voor de allerlaatste sluis bij Sjötorp. Dag Göta Kanaal; het is voor herhaling vatbaar en zeker iedereen aan te raden!

velen fietsen

De Vännern en het Trollhättan Kanaal, van Sjötorp tot Götenborg (112 mijl, 25,5 uur)

dinsdag 13 tot en met zaterdag 17 augustus
Dinsdagochtend vertrekken we uit Sjötorp, gaan door de allerlaatste Göta Kanaal sluis, en gaan het grote water van de Vännern op. Dit meer is een stuk groter dan het IJsselmeer, en er gelden dan ook waarschuwingen voor veel zeegang bij slecht weer, maar ja, dat is het niet. Wel een beetje bewolkt, en we varen op aanraden van onze zweedse buren van gisteren naar Läckö, met een mooi sprookjesachtig wit kasteel, tussen 1300 en de 17e eeuw ontstaan.

Läckö

Na de bezichtiging varen we door naar Spiken, een visrokerijen-dorp, waar we de heer Kromhout van nieuwe diesel voozien, en waarvandaan we na wat foto's nog even doorvaren naar een mooi steigertje langs de vaargeul tussen de eilandjes, waar we helemaal stil (op de zoemende muggen na dan) overnachten. Paradijselijk Zweden!

Spiken

Voor woensdag staat de tweede helft van de Vännern op het programma. Na wat kleine passages tussen de archipel door varen we over het grote water, en opnieuw in de stralende zon (het wordt eentonig). Voor mama, die het niet zo op groot water heeft, is dit allemaal heel prettig. Aan het eind, vlak bij de ingang van het Trollhättan Kanaal, komen we de al eerder in Mariehamn ontmoette aak 'De Blauwe Vinvis tegen, en met hen zullen we de komende dagen gezamenlijk opvaren. We doen de eerste brug en sluis, en leggen spannend aan in het stadje Trollhättan, waar de haven volgens onze gegevens slechts 75 cm diep is, maar het valt toch altijd weer mee.

Trollhättan, de oude sluis

Donderdag en vrijdag varen we over het Trollhättan Kanaal. Dit is veel groter dan het Göta, en wordt ook commercieel - voor vrachtvaart - gebruikt. Bij Trollhättan zijn wel veel oude sluizen te zien; die van 1800 en die van 1844. De huidige moderne sluizen 'doen' in 4 stuks een hoogteverschil van 32,5 meter, dus dat is duidelijk veel meer en veel sneller dan de oudjes van het Göta Kanaal.
Maar zo professioneel gaat het hier ook niet; er wordt b.v zonder informatie in de aan elkaar aansluitende sluizen tegelijkertijd naar boven en naar beneden geschut. Als de deuren open gaan begint van 2 kanten af iedereen in te varen en dat geeft wat consternatie. Bovendien ligt er bij de sluisgang van een aantal plezierboten, waaronder de Hoop, een zeer onervaren en derhalve paniekerige Duitser met een wat te groot jacht die er een redelijke puinhoop van maakt. Eerst lacht iedereen hem uit, maar na de eerste schutting krijgen de anderen medelijden en helpen hem door hem meer de ruimte te geven. Zo geniet je immers helemaal niet van je vakantie!

Trollhättan, de nieuwe sluis

Het Trollhättan Kanaal maakt verder voor het grootste deel gebruik van de oude Göta Älv (=rivier) naar Götenborg. Hoewel niet zo idyllisch als het Göta Kanaal is het landschappelijk ook best aantrekkelijk, en ach ja, die zon. We hebben op de kaart een haventje uitgezocht bij Kungälv, dat op de kaart klein en ondiep lijkt en dat in werkelijkheid ook is. We varen er mooi in, en liggen op de kop van de steiger maar willen wel vast draaien voor morgen. Ook onze metgezellen van 'de Blauwe Vinvis' en engelsen van de 'Wandering Star' hebben dit plekje uitgezocht. Gelukkig kan de aak als reddingsaak dienst doen door eerst ons tegen de stroom in te helpen draaien en vervolgens de vastgelopen engelsen weer los te trekken.

Kungälv

Kungälv heeft een zeer aantrekkelijk ruïne kasteel, wat we op vrijdagochtend gaan bekijken. Veel geklim en geklauter, maar ook mooie uitzichten en sfeervolle hoekjes. Daarna vertrekken we in colonne voor de laatste mijlen naar feestend Götenborg, waar het festival is en wat echt weer grote stad is. We gaan nogmaals zeer feestelijk uit eten voor mijn 50ste en ten afscheid van de gasten op een leuk terras midden in de stad. Daarna maken Kirsten en mama zich gereed voor hun vertrek op zaterdagochtend.
Het waren bijzondere en heel leuke 14 dagen!

De gevaren route: Götakanaal – Vännern – Trollhättenkanaal (Mem – Göteborg)

Er zijn – ook bij dit verslag – meer foto's...


Door naar verslag #13 | fotos verslag #12      Terug naar verslag #11 | fotos verslag #11 | startpagina