Verslag #5: van Hel tot Riga (29-4-02 t/m 15-5-02)
Hel – Gdansk – Hel (2 x 17 mijl, 4 en 3 uur)

maandag en dinsdag 29 en 30 april
De prelude voor de grote oversteek naar Litouwen. Maar eerst nog twee kleine dagtripjes, om Truus op te halen in Gdansk. Het blijft tobben met de wind; die ene dag dat we zuidelijk gaan begint het onmiddellijk zuidelijk te waaien. We kunnen dus maar een beetje zeilen, en daarna toch weer motorpontje spelen. We liggen in de stadsjachthaven van Gdansk; die hadden we twee dagen geleden al uitgecheckt. Wederom de enige gast, en recht voor de 24-uurs havenmeester dus weer geheel bewaakt. Marjan en ik gaan Truus van het station halen, die op het laatste nippertje geheel verreisd uit de trein rolt met al haar bagage behalve haar toilettas want die is gestolen (reis je zo veel over de hele wereld, word je met een klassieke truc in een poolse trein van je toilettas ontdaan). We kopen dus maar gelijk een nieuwe met basic inhoud, en vervolgens is Truus hard toe aan een biertje dus helaas moeten we ook op het terras plaatsnemen. Wietze heeft intussen de boot gesopt; Maartje kan zo weer in haar eigen bedje en we passen er met z'n vijven goed in.

Uitzicht vanaf de boot op Gdansk

De volgende ochtend start rustig en zonnig. De drie gasten gaan Gdansk bekijken; wij gaan fourageren voor de overtocht en op zoek naar drinkbare witte wijn (dat is hier een moeizaam proces met veel gokken en misgokken). De zon verdwijnt achter de wolken en het gaat regenen, dus Wietze kan zijn paraplu aanschaffen. We genieten nog wel van een tweede indruk van Gdansk; je leert de structuur van een dergelijke beperkte stad als je er iets langer dan een paar uur bent toch snel redelijk goed kennen.
Om half drie gooien we de trossen los, varen langs de havens en werven (Solidarnosc, dit is historische grond) en leggen de geringe afstand terug naar Hel weer per motor af. Daar was de vuurtoren 2 dagen geleden geheel wit (op een vergeten plekje na) maar is nu weer voor de helft rood, zoals ook op de ansichtkaarten. Blijkbaar klopte onze analyse dat hij nu wit werd niet; het was slechts grondverf. Lekker slapen voor de aanvang van de grote reis; de weersvoorspellingen lijken weer in orde.

De gevaren route

Hel – Klaipeda (107 mijl, 21,5 uur)

woensdag en donderdag 1 en 2 mei
Het wordt tijd voor het serieuzere werk: van Hel in Polen naar Klaipeda in Litouwen (voor de editors: ook hier weer veel tekentjes als ~ en ` maar we doen er niet aan). We klaren uit bij die ene engels sprekende police-jongeman die speciaal is aangerukt om deze klus te klaren.
Nu we Polen verlaten, toch even tijd voor een samenvattende indruk, in zo'n korte tijd opgedaan. Polen is nog erg rommelig, veel is nog in opbouw, en we hebben duidelijk een taalprobleem: ons Pools en ons Russisch is niks. Dat probleem met de taal maakt de mensen hier jammer genoeg nog al stug in de eerste reactie; een vraag in een vreemde taal leidt tot afwerende gebaren en wegkijken. Doorvragen en verder proberen levert vaak wel een reactie op; het doet ons vaak denken aan de verlegenheid die we in Noorwegen ook wel zijn tegengekomen. Door het gebrek aan communicatie en ook moeilijk aanknopingspunten daarvoor te kunnen vinden, is het totaal toch wat sfeerloos en soms wat grimmig.
Om een uur of tien, na het inslaan van vers brood en de boot opgeruimd, starten we met de oversteek naar Litouwen. Tussen Polen en Litouwen zit een russische enclave, Kaliningrad, waar we niet in kunnen. We delen de wachtploegen van om de beurt per twee personen 4 uur in, en we hebben Maartje voorbereid op een lange tocht. We beginnen met nauwelijks wind, maar langzaam komt er meer en kunnen we met stevige snelheid motorsailen. Door de wind wordt de zeegang ook wel wat steviger, beetje tegen zeeziek aan voor mij en extra vermoeiend voor Maartje, die zich verder (zoals altijd) fantastisch gedraagt.
Begin van de avond is er voor het eerst een terugkerend probleem: geen koelwater. We ontdekken dat echter niet door recht voor ons neus op de metertjes te kijken, maar omdat het gaat stinken vanuit de machinekamer, en dat is dus nogal laat. Analyse achteraf is dat de ingang van het koelwater door de golfslag een combinatie van water en lucht aanzuigt, en daardoor te veel lucht in het koelssysteem komt.
We gaan de nacht in met een braaf slapende Maartje en een voortdurend van valse lucht voorzien en daardoor uitvallend koelwatersysteem, dus vooral voor Wietze als schipper-machinist wordt het een erg onrustige nacht. Gelukkig is de wind inmiddels behoorlijk oost waardoor we de motor bij problemen uit kunnen zetten en op het bijstaande zeil door kunnen. In de hondewacht van Wietze en Marjan is er zelfs zo veel wind gekomen dat de motor bij het volgende probleem uit kan blijven. Truus en ik nemen daardoor om 4 uur op zeil over, en Wietze kan nog rustig ruim 2 uur slaap pikken voor we om een uur of 7 Klaipeda op de weer ontluchte motor binnenvaren.
We leggen aan in een havenkommetje conform de kaart, maar al snel verschijnt er een douane-type in een rubberbootje, roept vol verve follow me, en leidt ons naar de volgende kade; daar staat een autotje met 2 andere douanetypes klaar, die ons echter meedeelt dat ze om 8 uur van wacht gaan wisselen en dat er dus om een uur of half negen weer verse gaan verschijnen. Het lijkt Marjan en mij, geheel wakker, een goed moment om op zoek te gaan naar een moneymachine voor litouwse litas. Dat kostte wat moeite en tijd, en bij onze terugkomst was de grenscontrole al geweest en bleken we uiteraard niet van boord gemogen te hebben. Dat was echter door de boordploeg soepel opgelost met koffie voor de mannen, dus konden we met geld naar de overkant, waar de jachthaven was, uiteraard nog zonder voorzieningen maar met een schattig vriendelijke, alleen Litouws sprekende maar wel anders begrijpende havenmeester, en al weer 24 uur bewaking.

Op pad in Klaipeda

Terwijl Truus en Wietze om 10 uur 's ochtends toe zijn aan een wijntje en een inhaal-slaap, gaan Marjan en ik Maartje verwennen met een zee-aquarium met zeehonden en grote brullende zeeleeuwen (dat heeft ze wel verdiend) en gaan daarna stenen zoeken op het strand. Het wordt steeds warmer en zonniger en mooier weer; dat belooft wat. Weer terug aan boord gaan Wiets en Truus met de fietsen op de pont boodschappen doen en een huurauto voor de komende dagen regelen. Slapen!!!

De gevaren route

Klaipeda – Vilnius – Druskininkai – Klaipeda (1000 kilometer)

vrijdag, zaterdag, zondag 3 t/m 5 mei
Kilometers? Ja, want we laten De Hoop achter onder de hoede van de havenmeester en vertrekken met z'n vijven in een gehuurde Ford Focus het binnenland in. Want je kan wel overal langs varen, maar we hebben tijd genoeg en juist de baltische landen wilden we graag verder verkennen.
Een kort intermezzo over Litouwen. De geschiedenis van dit land is wat anders dan van de andere twee; Litouwen is vanaf ca. 1400 zelfstandig geweest tot ongeveer 1790, in een alliantie met Polen. De combinatie van deze twee was tussen de grootmachten van Rusland en Duitsland een derde mogendheid; de andere twee Baltische landen zijn altijd onder vreemde heerschappij geweest. Overigens, de Litouwers zelf waren in het algemeen horige boeren van voornamenlijk Poolse en ook Duitse adel. Na 1790 was om de beurt Duitsland (Pruisen) en Rusland de overheerser. Tussen 1918 en 1939 waren de drie staten voor het eerst onafhankelijk, waarna ze bij het pact tussen nazi-Duitsland en Rusland in russische handen kwamen. De Russen begonnen onmiddellijk met een stevige onderdrukkings- en deportatie-politiek, waardoor de inval van Duitsland door Litouwers eerder als bevrijding dan als bezetting is gezien. Die sandwich-positie tussen twee koloniserende mogendheden heeft mede de sterk nationale stroming gesteund, die met de onafhankelijkheid van 1990 is gerealiseerd. De mensen lijken zich bewust van de eigen staat, taal, geld, etc. Een enkel woord Litouws (uit het boekje, op het spiekbriefje) doet elk mogelijk ijs smelten. De sfeer is echt anders dan in Polen: gastvrij, vriendelijk, men is hier klaar voor en gericht op het ontvangen van gasten en wil het graag goed doen.
We vertrekken uit Klaipeda en rijden in stralende zon door het glooiende lente-landschap. Overal zijn ooievaars, en kleine dorpen. Het is niet spectaculair maar wel lieflijk en door het zomerweer en het ontluikende lente-seizoen prachtig om te zien. De eerste etappe is naar Siauliai, en wel naar Kryziu kalnas, de heuvel van de kruizen. Vanaf de 14e eeuw zijn op de plek kruizen als symbool voor godsdienstvrijheid en later voor nationaal bewustzijn neergezet, en vooral in de sovjet periode na de 2e wereldoorlog is deze plek er een geweest van kruizen plaatsen en vervolgens vernield worden. Na de onafhankelijkheid zijn er inmiddels duizenden geplaatst, de paus is natuurlijk ook al geweest, en het is nu een hele vreemde toeristische plek. Raar sfeertje voor ons profane hollanders, maar op de een of andere manier een kruising tusen pukkeltjes en indrukwekkend.

Siauliai, berg der 1000 kruisen

We rijden in de warme auto door naar Vilnius, de oude stad, en pogen daar een hotel te krijgen. Er is echter een of ander congres, dus we moeten iets buiten het centrum en belanden in hotel Victoria, met oostbloksfeertje, overal krakend parket, een lieve receptioniste die zich een beetje schaamde voor haar eigen hotel, en een taxi naar het centrum die 8 litas (2,15 euro) kostte. We gaan uit eten in het centrum in een Litouws restaurant, eten hele vette happen die wel lekker zijn, en Maartje ligt pas om 10 uur in haar boot-bedje, deze laatste avond.



Zaterdagochtend wandelen we, na een copieus ontbijt, door het mooie en levendige centrum van Vilnius. Daarna zetten we Marjan en Maartje op het vliegveld, en gaan gedrieen door naar Trakai, de oude hoofdstad van Litouwen. Het blijkt op deze zonnige zaterdag het plaatselijke Marken/Volendam te zijn (elk land heeft wel zo iets) met dezelfde drukte en dezelfde charme.

Marcinkonys

Na Trakai reizen we door naar het zuiden, door een prachtig nationaal park met schitterende kleine dorpjes, met in Marcinkonys een prachtige houten kerk, en overal de mooie typerende beelden langs de weg. Als laatste stop bezoeken we het beeldenmuseum in Grutas, waar een exentrieke litouwse miljonair (met een wel heel lelijk huis) een openluchtmuseum heeft gemaakt van allerlei oude communisten-beelden, met uitleg en geschiedsbeschrijving. Bekend hiervan zijn de onthoofde beelden van Lenin en Stalin, maar die zijn er (nu) niet.

Grutas

We eindigen de dag in Druskininkai, een spa-dorp in het zuiden van het land, waar we op zoek gaan naar een hotelletje. Het wordt het hotel met de plaatsnaam, waar een gestresste receptionist opnieuw niet erg enthousiast is over zijn eigen kamers, en deze keer is dat ook wel terecht; het is allemaal wat gammel en niet geheel schoon. De prijs is echter zo idioot laag (we slapen voor 128 litas, dat is minder dan 40 euro met z'n drieen) dat we nauwelijks kunnen zeuren. Bovendien: de goede man heeft 51 polen te gast dus het is schreeuwend druk zoals we begrijpen. We vinden na enig zoeken een terras om buiten te eten (hoezo begin mei; het is hier hoog zomer) en de volgende ochtend ontbijten we een beetje idioot maar wel copieus in een aparte pronkkamer na te hebben opgegeven wat we allemaal willen. Het ontbijt blijkt ook nog in de prijs te zijn inbegrepen. Hulde voor de receptionist, die er werkelijk alles aan doet om het ons naar de zin te maken.

Drusininkai

De laatste dag van onze mini-trip brengt ons naar een groot openluchtmuseum in Rumsiskes, vlak bij Kaunas, de 2e stad van Litouwen. Het is een vergrote bugdetun, zoals we die uit Noorwegen kennen: een openluchtmuseum waar allerlei huizen en gebouwen uit het land naar toe zijn verplaatst. Het is hier groots aangepakt; een parklandschap waarin dorpjes uit verschillende delen van het land zijn 'samengesteld'. We brengen er een paar uur door, werpen daarna nog een blik op Kaunas, waar we de echte lonely planet kerk vinden (deze is voor Maartje). Maar we hebben het eigenlijk wel een beetje gehad en doen de laatste 200 kilometer terug naar Klaipeda dus maar per snelweg: 's avonds om 8 uur hebben we boodschappen gedaan, de auto weer ingeleverd en nemen we het pontje naar de jachthaven. De Hoop ligt daar ongeschonden op ons te wachten; we vergeten echter de bewaking van onze thuiskomst op de hoogte te stellen dus die staat met een paar minuten verontwaardigd op de kade. Er wordt serieus op ons gepast, blijkt.

Rumsiskes

Klaipeda (Litouwen) – Liepaja (Letland) (50 mijl, 9,5 uur)

maandag t/m woensdag 6 t/m 8 mei
Na al het reizen beginnen we met een uurtje bussen naar Nida om ook het puntje van Litouwen op de smalle strook land ten zuiden van Klaipeda te bekijken. Truus zet door met rondlopen en kijken; Wietze en ik zitten al vol met indrukken dus gaan een paar uurtjes op het strand het eerste bruin opdoen. Het mooie weer is inmiddels ook op de televisie, dus blijkbaar is 26 graden begin mei niet normaal; dat dachten we ook al. Nida is een wat sjiek (naar Litouwse begrippen) toeristisch stranddorp, maar zeker de moeite waard. Verder een hele luie dag, daar waren we weer aan toe.

Nida

's Avonds (was het deze?) is ineens Pim Fortuyn op de Litouwse tv. We hebben er geen geluid bij, maar de volgende ochtend op de wereldomroep horen we dat hij is vermoord. Wat een idioot iets, voor ons zo ver weg maar wel het gevoel dat Nederland nu definitief tot bananenrepubliek is gedegradeerd. De volgende dagen volgen we het nieuws iets meer dan anders, maar we maken het allemaal niet echt mee. En Truus krijgt nu zeker de machtigingen voor de verkiezingen mee.
Voor ons is het tijd om het gemiddelde van de vaartijd weer wat omhoog te brengen. We klaren dus op dinsdagochtend uit bij de bordercontrol in Klaipeda (even wachten en bellen, maar ze komen) en varen over een ruige zee (vind ik althans) motorsailend naar Liepaja in Letland. Ook nu wat motor-problemen, maar het is inmiddels door de schipper geanalyseerd en morgen gaat er wat aan gebeuren. Opnieuw letten we niet goed op en reageren pas op stank uit de machinekamer, maar het is snel verholpen en eigenlijk onder controle.
Weer een nieuw land op de kaart: Letland. Zo mogelijk is de sfeer nog meer ontspannen en zijn de mensen hier nog vriendelijker dan in Litouwen; en ook hier wordt een enkel woord Lets (zoals labdien = goedendag, en paldies = dankjewel) bovenmatig gewaardeerd. Liepaja is een levendige en ontspannen, maar wel wat lucht betreft erg vieze stad; in de gids staat dat ze er de helft van de luchtvervuiling van Letland produceren. We liggen aan een speciale gastensteiger in de haven, weer achter de hekken, en weer 24 uur bewaakt. Er wordt ook hier hard gewerkt om het allemaal wat luxer te maken; in het oude havengebouw wordt een sauna en jacusi aangelegd (ziet er veelbelovend uit), de jonge havenmeester spreekt goed engels en is weer uitermate gastvrij, douche en wasmachine (dat was nodig!) aanwezig, en de stempels worden weer zorgvuldig door de grenspolitie in de paspoorten gezet.

Liepaja

Woensdag blijven we liggen, Truus gaat met frisse tegenzin haar terugreis komend weekend proberen te regelen, we doen weer iets aan de boodschappen (het assortiment wordt steeds scandinavischer, maar dan met veel drank in de schappen, en de prijzen van een andere orde) en Wietze maakt het noodroer passend en zorgt, met wat vervoer-hulp van mannen die in de haven aan het werk zijn, voor automatische ontluchting van de motor. We komen er bovendien eind van de middag lekker vlot achter dat het hier weer een zomertijd-uur later is. Een nuttige dag kortom.

De gevaren route

Liepaja – Pavilosta – Ventspils (27 en 34 mijl, 5 en 5,5 uur)

donderdag 9 en vrijdag 10 mei
De Letse westkust is weer de Oostzeekust zoals we hem nu wel kennen: een lange rechte zandkust met bijbehorend strand, met lage duinen en soms lage zandkliffen. En ook de wind blijft uit dezelfde richting waaien: noordnoordoost op zee, en wat oostelijker op land, in de ochtend nauwelijks en in de loop van de middag wat harder, windkracht 4 tot een beginnende 6. Het hogedrukgebied lijkt muurvast te zitten, en hoewel we door dit weer niet kunnen zeilen (hoogstens soms wat motorsailen) klagen we uitdrukkelijk niet: het blijft onbewolkt en warm. Wat we uit het nieuws begrijpen, is het hier ongeveer het mooiste weer van Europa! Op zee, waar het water nog koud is, zitten we nog met lange broeken en truien aan, maar aan land weten we niet hoe snel we weer in zomertenue moeten komen. De koppen zijn definitief erg bruin verbrand.
Door die motor-trajecten hebben we geen zin in lange einden, en knippen het traject naar Ventspils op in 2 hapklare brokjes. We krijgen er geen spijt van; Pavilosta is een lief klein dorpje, met een gritstructuur diagonaal op het strand. Daardoor komen alle straten op zee uit, met hun eigen strandtoegang lijkt het wel. Verder de bekende kleine huizen, allen op een eigen perceeltje, en met prachtige bomen en half bloemen, half moestuinen omgeven. De Hoop ligt aan een kleine steiger waar nog precies een plek voor ons was, en trekt weer veel bekijks. We bezoeken het kleine museum met de geschiedenis van het dorp, wandelen wat, en genieten van de rust en de frisse lucht na Liepaja.

Pavilosta

De volgende dag eenzelfde traject naar Ventspils, over een nu heel rustige zee. De aanlegsteiger bij de grenspolitie is hier geheel verkommerd, en bij de jachthaven ziet het er klein uit, dus liggen we er vlak naast aan een visserijsteiger. De beetje engels sprekende havenmeester holt ons tegemoet, roept dat het allemaal goed is, en neemt de grenscontrole-perikelen voor zijn rekening. Omdat het Truus haar laatste avond is gaan we wandelen naar het centrum van Ventspils (weer een gritstad maar nu met een duidelijk en ook ouder centrum) en uit eten bij een restaurant waar we de enigen zijn. De lieve ober spreekt geen engels of duits, maar weet toch redelijke droge witte wijn, te voorschijn te toveren, en het eten is prima. We wandelen nog langs de kade naar de haven terug; weer zo'n reisdag met een sterretje.

Ventspils

De gevaren route: Liepaja – Pavilosta
De gevaren route: Pavilosta – Ventspils

Ventspils – Roja (70 mijl, 13 uur)

zaterdag 11 en zondag 12 mei
Zaterdag blijven we lui liggen; we hebben nog steeds de tijd. Eerst moet Truus met de bus naar Riga; ze heeft nog geen definitieve vlucht maar zal in Riga wel worden afgehaald door het enige Letse lid van de Kotterclub, dus dat gaat allemaal goed komen denken we zo (en inderdaad!). De laatste wassen kunnen hier worden gedraaid, dus ook dat is helemaal bij. Verder wat aan boord gerommeld, en naar het strand, waar je vanaf de haven zo op loopt. Uit de wind in de zon een paar uur liggen bakken; nu Truus weg is zal het toch wel een keer ophouden met al die zon, dat deed het vorige keer ook.
Vanaf Ventspils is de eerstvolgende aanlegmogelijkheid in de Golf van Riga een steiger bij Kolka; als de wind echter zo oostelijk blijft als hij is kunnen we daar niet liggen en moeten door naar de haven van Roja. Voor het eerst is de wind nu naar het zuidoosten en kunnen we dus zeilen, wat we dan ook met veel enthousiasme doen. Soms is het erg vlagerig, en soms valt de wind erg ver weg, maar van de 13 uur varen kunnen we er 6 echt zeilen, dus dat is een aangename opsteker. We sms-en en als er genoeg signaal is, bellen we ook met onze jarige dochter (hiep hiep hoera). Om een uur of 6 ronden we de vuurtoren van de kaap bij Kolka, en moeten daarna nog een kleine 3 uur tegen wind en golven in door naar Roja. Vooral in het begin maakt De Hoop een paar lelijke klappen, waarbij Sinterklaas zijn arm breekt (is al weer gelijmd) en het kompas van zijn steun breekt en bijna naar beneden klettert. Dat moet in Riga professioneel gerepareerd.
Om 9 uur 's avonds leggen we aan in Roja, waar vooral veel roestige opgelegde oude schepen liggen, en een hele rij vissers met hun kont aan de kant. Eerst aan een kade, waar onmiddelijk de grenspolitie aan de kant staat en aan boord stapt. Deze wil het weer anders (nieuwe lijst en fotocopie van oude) maar we zijn alle variatie al zo gewend dat we gewoon niets meer voorbereiden en het maar afwachten. Hij is wel weer erg lief, met een beduimeld boekje waaruit hij engelse volzinnen voorleest (zoals aan het eind van de procedure: have a good time in Roja!). We verleggen daarna op aandringen van een ander type nog aan een soort jachtensteiger en nemen een borrel op Jits.

Roja

De gevaren route

Roja – Mersrags – Riga (16 en mijl, 4,5 en uur)

maandag 13 t/m woensdag 15 mei
Maandagochtend wandelen we door Roja, een slaperig provincieplaatsje met weinig te zien en te beleven. We fotograferen het typerende busstation en het dorpsmonument met de ooievaars er op, en besluiten door te varen naar Mersrags, want er staat een redelijke zuidwestenwind dus dat wordt zeilen. De trouwe lezer van deze site voelt het echter al aankomen: buiten met de zeilen op en de motor uit valt de wind eerst weg, waarna hij uit het oostzuidoosten gaat waaien, en dat is recht tegen. Wij besluiten dat we verder geen weerberichten behoeven te volgen: de wind komt daar vandaan waar wij naar toe gaan.
In de haven van Mersrags ligt op de plek waar wij volgens het boekje terecht kunnen een rijtje oude schepen te roesten. Maar aan de andere kant, tussen wat klussende vissers, is nog een stuk kade vrij. Ook hier is iedereen vervolgens weer bezig om het ons naar de zin te maken; er wordt een engels sprekende hardrocker (met grote ringen en zwarte hoed) te voorschijn getoverd, en Wietze wordt met de auto naar het havenkantoor (of zo iets) gebracht om te regelen dat we stroom uit de kast kunnen krijgen, waar we vervolgens niet voor mochten betalen. Ook het aangeboden biertje wordt een beetje verontwaardigd afgeslagen; het is normale gastvrijheid blijkbaar. En verder zijn we het rondje entertainment voor het dorp; het blijft toch erg jammer dat we met al die vriendelijke en duidelijk geïnteresseerde mensen nauwelijks een woord kunnen wisselen.
We blijven, in het maar schijnende zonnetje, een dagje liggen hier. Wietze vertroetelt mijnheer Kromhout, beetje kleppen stellen en olie en filters controleren. Het blijkt dat nu de dieselleidingen bijna verstopt zijn; toch weer rommel in de tank. Ook dat moeten we dus beter in de gaten houden; het koelwaterprobleem is echter geheel opgelost. Daarna maken we een fietstochtje naar een nabijgelegen meer; we fietsen en lopen over een zandpad dwars door het bos, met af en toe zo'n mooi gelegen houten huisje. Aan het eind van het zandpad blijkt er een soort hotel/camping annex botenverhuur te zijn, een prachtige plek en helemaal stil. We kijken of we een pilsje kunnen kopen, maar het is nog gesloten; dus kunnen we van de eigenaar wel een pilsje krijgen maar niet betalen. En al weer pogingen om tot een gesprek te komen die toch snel stranden, ook al omdat we ons taalboekje aan boord hebben laten liggen. Verder doen we niks, ik lees een heel suf boek aan boord in de zon uit.

Mersrags, het eind van het zandpad

Tenslotte naar Riga (geen wind en zon, zoals u zult begrijpen) en eindelijk dit verslag op de site zetten. Terwijl we in de golf van Riga varen maken we het gereed voor publicatie. Zijn benieuwd naar de verkiezingsuitslag van vandaag.

De gevaren route: Roja – Mersrags
De gevaren route: Mersrags – Riga

Er zijn meer foto's bij dit verslag...


Door naar verslag #6 | fotos verslag #5      Terug naar verslag #4 | fotos verslag #4 | startpagina