Verslag #13: Götenborg – Haarlem (17-8-02 t/m 20-9-02)

Götenborg – Styrsö – Varberg – Anholt (11, 39 en 34 mijl; 1,5, 6 en 6 uur)

zaterdag 17 t/m woensdag 21 augustus
Zaterdag vertrekken onze beide opstappers respectievelijk per vliegtuig naar Amsterdam en per trein naar Oslo. We besluiten daarna in de middag niet in het drukke feestvierende Götenborg te blijven maar weer een rustiger plekje op een van de de eilandjes op te zoeken. Op aanbeveling van onze zweedse buurman prikken we Styrsö, maar 11 mijl verderop, en dat blijkt een goede keus te zijn. Er is een haven met een steiger die groot genoeg is voor ons, en het eiland is een lief juweeltje, met heel veel oude vakantiehuisjes. Een beetje Schiermonnikogerig, maar dan op z'n zweeds. Omdat het nog steeds warm is, besluiten we dat we niet gaan koken en gaan op de fiets naar een dorp verderop, waar een leuk en -echt waar- goedkoop tentje is waar we simpel en lekker eten. Daarna maken we nog een mooie fietstocht over het eiland. 's Avonds buigen we ons over de kaarten om de vervolgroute te bepalen. Kopenhagen slaan we over, en we willen dus redelijk snel naar Denemarken oversteken en daar wat op kleine eilandjes verder vakantie vieren. Het begint zo langzamerhand wel erg als thuisreis te voelen, nu.

Styrsö

Na een rustige nacht in Styrsö, ondanks af en toe langs scheurende motorboten, besluiten we in twee dagen naar Anholt te varen. Tussenstop is Varberg aan de zweedse westkust, een fraai stadje met een mooie oude vesting. Met mislukte zeilpogingen onderweg zal ik de lezer niet meer lastig vallen, die verhalen kennen jullie zo langzamerhand wel. Blakke zee, weinig verkeer, rustige route en bijna lege haven, die is ook al bekend. Varberg is een leuk stadje met een mooie vesting, dat we in de vroege avond bekijken. We gaan daarna opnieuw uit eten, want het is WARM, en het is onze laatste avond in Zweden, want we gaan oversteken naar Denemarken.

Varberg

Maandagochtend op tijd steken we over naar Anholt. Het is een behoorlijk stuk varen, en het waait ook. Als we op zee zijn, varen we op met het engelse jacht The Wandering Star, die we nog van het Göta Kanaal kennen. Ook op deze oversteek blijkt weer dat de Oostzee toch best groot en ruw kan zijn. Het is niet eng of akelig, maar de korte golven zijn en blijven niet echt comfortabel.

De aankomst in Anholt en het eiland zelf maakt echter veel goed. Anholt heeft een grote jachthaven, waar vooral veel Duitsers komen. Het is een wondermooi eiland, midden in het Kattegat, met hele bijzondere natuur, een grote 'woestijn' en heuvels en een lievig dorpje met saggerijnige VVV-dames. De weersomstandigheden blijven subtropisch, en wij blijven 3 nachten op Anholt hangen. We fietsen zo'n beetje het hele eiland over, liggen op diverse stranden, en genieten van de bijna onwerkelijke sfeer van groen-blauwe zee en prachtige stranden. Waar op de wereld zijn we? De Caraïben?

Anholt

De gevaren route: Göteborg – Anholt

Anholt – Grenå – Ebeltoft – Tunø – Endelave (bij elkaar 88 mijl? in 15 uur)

donderdag 22 t/m zondag 25 augustus
Na 3 dagen wondermooi Anholt vertrekken we weer en varen langzaam maar zeker op weg naar huis. Nog een week of 6, en we zitten weer achter onze bureau's! Nog even niet aan denken, en met de voortdurende zomer blijft de stemming nog steeds erg op vakantie staan. In Denemarken kan je kiezen uit vele bestemmingen, dus wat kiezen we? In Anholt hebben we van buren gehoord dat Ebeltoft een leuk plaatsje is, en verder willen we nog wel een paar kleine eilandjes doen. We steken dus over naar Grenå (26 mijl), kijken in de visserijhaven maar voelen ons daar niet welkom en gaan door naar de ruime jachthaven. Op de fiets door het lange lintdorp naar de bibliotheek en even mail checken, en daarna weer eens wat boodschappen doen.

Ebeltoft

De volgende dag naar Ebeltoft (30 mijl), wat inderdaad een leuk plaatsje met een leuk haventje is, met een heel groot oud museumschip (dat we blasè niet gaan bekijken) en een fantastische gågade (winkelstraat zonder auto's) speciaal voor Wietze. We kopen er voor Wietze zelfs nette werkkleren, dus we zijn nu echt met thuis bezig. Bovendien zit er een goede scheepswinkel, waar Wietze de marifoon achterlaat ter reparatie. De winkelier is zeer hulpvaardig om het allemaal goed te regelen.

Tunø

Na Ebeltoft wordt het weer tijd voor twee eilandjes. Eerst Tunø (18 mijl), een autovrij eilandje met een heel vol haventje op een zaterdag met nog steeds mooi weer, maar we liggen eerste rang aan de monding van de haven.

Tunø

Tunø heeft een bijzondere kerk: de kerktoren is tegelijk vuurtoren. Het is een mooi eiland om een prachtige wandeling te maken. Denemarken is toch wel erg mooi op die kleine eilandjes, met die prachtige zee (en zon). Op zondag weer een klein tripje (14 mijl) naar het volgende eiland Endelave, met opnieuw een heel klein haventje en een prachtige wandeling en de volgende dag prachtige fietstocht.

Endelave


De gevaren route: Anholt – Endelave

Endelave – Middelfart – Assens – Sønderborg (75 mijl, 14 uur)

maandag 26 t/m woensdag 28 augustus
Een paar jaar terug wilden we een keer een rondje Fyn varen, maar zijn toen vanwege het weer aan de oostkant heen en terug gegaan; nu is er dus een mooie gelegenheid om de westkant van Fyn te doen. We plannen als eerste stop Fredericia, maar dat is een haven direct langs de snelweg (we komen echt weer in de druk bewoonde wereld) en de stad is ook niet veel, dus we steken de zeestraat nog even over naar Middelfart. Daar zijn zo waar al weer de eerste nederlandse charterschepen, we komen dicht bij huis. En, o wonder, het regent! Heerlijk is dat eigenlijk, regen. Volgens mij is het inmiddels twee maanden geleden dat we dat meemaakten.

Middelfart

Middelfart is weer een mooi deens stadje, en de havenkade is erg leuk. De volgende dag gaan we door naar Assens, een grote jachthaven maar we liggen mooi in een box geparkeerd tussen de palen. Ook hier het stadje bekeken en vervolgens naar onze laatste deense stop, Sønderborg, waar we onze vorige deense reis ook waren. Je ligt er mooi naast een kasteel, en vlak bij het strand, en die regen is al weer helemaal weg.

Sønderborg

De gevaren route: Endelave – Sønderborg

Sønderborg – Holtenau – Hohnerfähre – Tönning (114 mijl, 21,5 uur)

donderdag 29 augustus t/m zondag 1 september
Nu is de thuisreis echt begonnen. We zeggen Denemarken vaarwel, en varen langs de kust naar de ingang van het Kieler Kanaal. Op de kaart staan allerlei verboden zone's, maar ach denken we. Op een gegeven moment varen we wel heel eenzaam en zien we allerlei patrouilleboten bewegingen maken, dus we verleggen toch de koers maar wat naar het oosten en varen daarna om de sperrgebieden heen. Je weet maar nooit. Zon, heel warm en windstil, by the way.

Kiel

In Holtenau hebben we de ronde Oostzee voltooid! We halen we geld, tanken veel te dure diesel bij het bunkerschip, en gaan lekker feestelijk eten in die mooie tent met uitzicht over de Kieler Forde; op het terras uiteraard. We besluiten om nog een detour te maken via de Eider, en daar nog een stuk wad te doen dat we niet kennen.

Eider

Het Kieler Kanaal is, maar wanner we afslaan het Gieselau Kanaal in, en de eerste sluis pakken, komen we op een doodstille, prachtige Eider, waar we een bezienswaardigheid zijn, en in ieder geval erg groot! Maar we vinden zo waar een haventje/steiger waar we goed kunnen liggen, en eindigen in een prachtig plaatsje Tönning, met eindelijk weer tij en wad-modderlucht, en een haventje waar we met laag water fantastisch vastlopen! We blijven een dagje om uit te rusten van al dat gemotor, en fietsen naar het Eidersperrwerk en door het prachtige waddenpolderland rond Tönning. Morgen als het weer het toe laat de oversteek naar het Duitse wad.

Tönning

De gevaren route: Sønderborg – Tönning

Tönning – Nieuw Statenzijl (langs bijna alle duitse eilanden) (141 mijl, 25 uur)

maandag 2 t/m zondag 8 september
Het is mooi weer, met wel wat wind maar niet al te veel, en het tij is gunstig. We hebben dus de hele dag om door de sluis van het Eidersperrwerk te varen (in ons eentje, en met keurige de sluis is open-service), met de stroom mee langs de prachtige platen over het wad naar zee, en daarna de oversteek naar Wangeroog. In totaal 58 mijl, maar met een mooi gemiddelde van 6 mijl per uur liggen we 10 uur later in rustig Wangeroog; we hebben het gehaald. We hebben de grote zee nu ook wel een beetje gehad, en besluiten lekker binnendoor langs de duitse wadden te sudderen. We hebben inmiddels besloten dat we de boot gaan verkopen als we thuis komen (hebben er alles mee gedaan wat je er mee kan doen) en krijgen dus afscheidstournee-neigingen: nog even de duitse wadden kijken.

Baltrum

We doen achtereenvolgens mooi Spiekeroog, tuttelig Baltrum en mondain Nordeney. Het zijn allemaal tripjes van niks, dus we liggen steeds na 2 of 3 uur varen weer in een haventje en gaan daarna lekker naar het strand en een biertje drinken. Want ook september heeft besloten hoogzomers te blijven.

Nordeney

In Nordeney bellen we Arie en Marianne, de nieuwe hoteliers van Bellingwolde en kondigen onszelf aan. Het mooie traject Nordeney-Borkum was met veel wind, maar het blijft een prachtig traject, vooral het wantij onder Borkum. Omdat we nu Duisland gaan verlaten moeten we weer uit eten in het restaurant van de jachthaven, waar je altijd lekker eet.

De volgende dag met opkomend tij de Eems op, en bij Termunten varen we voor het eerst de Dollard in. Prachtig, stil, uiterst modderig, en vooral het laatste stuk naar Nieuw Statenzijl is spectaculair; we varen door een smal geultje vlak langs het riet. Aangekomen bij de sluis is Truus met de auto om ons op te halen, en gaat Wietze overleggen met de sluiswachter, en kunnen we de Hoop vlak achter de sluis laten liggen voor twee dagen.

Nieuw Statenzijl

We spreken een tijd af op maandag waarop we weer door de sluis naar buiten kunnen (hangt af van het tij) en vertrekken in de auto naar de jonge hoteliers, die het met een vol hotel heel heel druk hebben. Maar het is goed elkaar weer te zien, we helpen een beetje en beloven gauw weer terug te komen.

Herberg Bellingwolde

De gevaren route: Tönning – Nieuw Statenzijl

Nieuw Statenzijl – Haarlem (via het Reitdiep, de Wadden en het IJsselmeer) (158 mijl, 42,5 uur)

maandag 9 t/m vrijdag 20 september
Op maandag vertrekken we in de middag uit Nieuw Statenzijl. De sluiswachter heeft ook een binnenvaartschip gehad, met een Kromhout die maar een paar serienummers verschilt van die van de Hoop. Wat een rust daar in het hoge noorden, en wat zijn wij ranstadters dan gehaast. Met stroom mee naar Delfzijl, in de bekende jachthaven, en de volgende dag door de sluit binnendoor naar Groningen (waar we net tussen de bruggen stranden vanwege de lunchpauze van de brugwachters) en over het prachtige Reitdiep naar het Lauwersmeer. Daar gaan we voor anker (na gepoogd te hbben ergens aan te leggen maar te zijn vastgelopen) en maken een prachtige zonsondergang mee. Ook hier in Nederland wonderschone luchten!!

Lauwersmeer

Van het Lauwersmeer gaan we via het Smeriggat (deze keer zonder de grond te raken) en het Amelander wantij naar Ameland, waar we vanwege de rust in de luwte aan de jachtsteiger gaan liggen. Lekker een extra dag Ameland (strand vanweg het weer) en eind van de middag verschijnt zo waar de Wouter weer; dat is toch altijd raak aan het eind van het seizoen.

Ameland

Daarna naar Terschelling en na enig overleg met havenmeester in ons dokje. En op Terschelling natuurlijk naar het mooiste terras van Nederland, en lekker wandelen op de Noordvaarder. Op zondag komt Pieter Maartje brengen die lekker nog een paar dagen mee mag varen.

Terschelling

Ja, en wat verder nog vertellen? Via Vlieland, Harlingen, Hindelopen, Enkhuizen en Durgerdam komen we vrijdag de 20e aan in Haarlem en meren af onder de Adriaan. Vrienden en champagne staan klaar, en daarna naar de Zijlweg. Het is raar maar ook wel goed om weer thuis te zijn.

Haarlem

De gevaren route: Nieuw Statenzijl – Amsterdam

Er zijn – ook bij dit verslag – meer foto's...


Door naar fotos verslag #13      Terug naar verslag #12 | fotos verslag #12 | startpagina